Thursday, April 12, 2007

Biografie van Cúchulainn Johannes Octavianus

CÚCHULAINN HEEFT ONS VERLATEN. MOGE HIJ RUST VINDEN IN HET HIERNAMAALS EN ZIJN DOELEN DAAR KUNNEN VERWEZELIJKEN.
HIERBIJ SCHENK IK U DE BIOGRAFIE VAN CÚCHULAINN. MOGE U DIT IN NAGEDACHTENIS VAN DEZE MAGUS IN STILTE LEZEN.


Cúchulainn Johannes Octavianus.

In het jaar 1194 werd Cúchulainn Johannes Octavianus in Oost Ierland geboren en kreeg hij van zijn ouders de naam Cúchulainn. Zijn ouders hadden een kleine boerderij en behoorden tot de vrije boeren. Ze waren niet rijk, maar konden van het beetje wat het land opbracht wel net rond komen. Cúchulainn werd in de kleine maar oude en prachtige kerk in het dorp gedoopt en kreeg de naam Johannes.

Toen Cúchulainn 7 jaar was kwam er een groep engelse soldaten op de nederzetting af. De Ieren toonden een zwaar verzet tegen de Engelse overheersers en kennelijk vonden de heersers het nodig om enkele strafexpedities te beginnen tegen het Ierse volk. De soldaten staken de huizen en de boerderijen in brand en vermoorden een hoop mensen. Onder de doden waren Cúchulainn’s ouders, zusje en broertje. Cúchulainn had geluk en wist te ontsnappen doordat het paard van de man die hem wilde vermoorden plots zo onrustig werd dat de man even zijn aandacht op zijn paard gericht had. Even later werd hij gegrepen en mee genomen naar een plek waar nog meer dorpelingen verzameld werden, die het geluk hebben gehad dat ze niet gelijk stierven.

De hoofdman wist niet wat hij met al die mensen zou gaan doen, dus besloot hij ze voorlopig maar mee te nemen op de weg richting Dublin. De groep gevangenen moesten de gestolen buit en voedsel dragen. Onderweg probeerde iemand nog te ontsnappen, maar die werd door een pijl neergeschoten. Mensen die niet meer konden lopen werden ook neergestoken.. Cúchulainn wist de tocht te overleven. Zijn bagage was niet echt zwaar omdat de Engelsen kennelijk wel inzagen dat hij niet zoveel kon dragen. En aangezien ze toch al een buit achter moesten laten, wilden ze zo min mogelijk dragers verliezen.

Na een aantal dagen was het grootste deel van de groep nog in leven. Veel van hen waren boeren en waren gewend lange tochten te maken met hun goederen, zodat ze die elders konden verhandelen. Alleen deze tocht duurde langer en ze hadden geen lastdier. De sfeer was erg somber. Ze liepen de spullen die van de mensen zelf gestolen waren de zeulen, hun huizen waren er niet meer, veel mensen waren dood en ze hadden ook weinig hoop dat het met hun beter zou aflopen. Toen het nacht werd ging iedereen weer slapen om bij te komen van de tocht.

Cúchulainn werd midden in de nacht wakker. Het viel hem op dat er maar zeer weinig wachters waren. Hij zag dit als een kans om te ontsnappen. Hij pakte de zak die hij moest dragen en sloop stil van het kamp vandaan. Na een poosje gelopen te hebben verstopte hij zich tussen een stel bomen en bleef hier de gehele nacht liggen. De volgende dag trok hij verder. Onderweg vond hij nog een lijk van één van de gevangenen. Op een gegeven moment kwam hij een afslag richting Dublin tegen die hij vervolgens in ging. Het leek er op dat de groep deze afslag niet in gegaan was. Twee dagen later kwam hij bij Dublin aan. Aan de poortwachter vertelde hij de opdracht gekregen had van zijn baas om deze zak graan bij de markt af te leveren. Hij verkocht de zak graan op de manier zoals hij zijn vader dat al eens had zien doen. Hij kreeg er alleen wel wat minder voor terug, maar dat gaf niet.

Cúchulainn woonde vervolgens nog 4 jaar in Dublin. Hij woonde op straat en wist te overleven door te bedelen, stelen en klusjes aan te nemen. Het leven was moeilijk, maar toch wist hij het te overleven. Van zijn dorpsgenoten heeft hij nooit meer wat van gehoord.

Cúchulainn werd door de rijke burgers en de Engelsen minachtend aan gekeken. Hij was immers een nutteloze zwerver. Hierdoor werd hij zeer geprikkeld om macht en aanzien te verwerven. Hij hing veel rond bij een school in de hoop dat hij zo aan kennis zou kunnen komen. Tevens was het een goede plek om voedsel te krijgen, van de priesters en monniken die er regelmatig langs kwamen. Op een gegeven moment werd hij ook voor bepaalde klusjes gevraagd. In ruil kreeg hij voedsel en mocht hij zelfs in de hooiopslag boven de stallen overnachten. Ook kreeg hij de kans om wat op te vangen van wat er geleerd werd. Hij mocht zelfs aanwezig zijn tijdens bepaalde lees lessen. Op zijn negende jaar kwam er opeens een man naar hem toe die hem een kamer aanbood. Zijn naam was Gregorius. Hij vertelde Cúchulainn dat hij een vaste plaats kreeg, nieuwe kleren, alle lessen kon bijwonen en niet meer hoefde te werken. Hij wilde in ruil daarvoor dat Cúchulainn niet zonder toestemming het terrein zou verlaten. Cúchulainn zat niet zo met die beperkingen omdat één van zijn grootste wensen was uitgekomen. Pas maanden later vroeg hij naar de reden achter die beperking. Het antwoord was dat er veel in hem geïnvesteerd werd en dat hij de garantie wilde dat de studie ook zou worden afgerond. Cúchulainn twijfelde aan het motief, maar vroeg er niet verder op door.

Na een half jaar kwam er een onbekende ietwat vreemde man langs. Hij sprak met Gregorius over Cúchulainn. Na een aantal maanden kwam er weer een wat vreemde man langs die het zelfde deed. Na een jaar wilde een man een gesprek met Cúchulainn. Cúchulainn kon nog niet goed latijn, dus Gregorius was er bij als tolk voor als er bepaalde woorden niet goed begrepen werden. De man vroeg vreselijk veel over het leven van Cúchulainn. Hij was vooral zeer geïnteresseerd naar wat kleine in Cúchulainn’s ogen nutteloze zaken, zoals dat een paard wat vreemd deed. Vervolgens vetrok de vreemde buitenlander weer. Een paar jaren verstreken. Cúchulainn leerde hard en begon ook het Latijn spreken en schrijven steeds beter onder de knie te krijgen. Hij was tevens sterk geïnteresseerd in geschiedenis. Door het verleden te begrijpen kreeg hij meer inzicht in het heden. Ook sprak de natuurwetenschap hem sterk aan. Niet alleen de astronomie, maar ook de bliksem. Hij zag wat een enorme kracht daar vanuit ging en hoopte dat de mens ooit die kracht zou kunnen beheersen.

Toen Cúchulainn 11 jaar was, kwam er weer een onbekende man op hem af. Deze man was een Ier en droeg de naam Augustinus Aurelius. Wat opviel was dat deze man beter Latijn dan Keltisch sprak. Hij vertelde tegen Cúchulainn dat hij gekomen was om Cúchulainn’s studie naar een hoger level te brengen. Het vertelde dat Cúchulainn een speciale gave heeft en daarom bij hem in de leer moest. Het werd zijn parent. Dit was met Gregorius afgesproken.

Dezelfde dag vertrokken ze. Met Augustinus Aurelius trok een groep van 12 mensen mee die als bescherming en als personeel leken te dienen. Hij vertelde dat ze naar west Ierland zouden gaan, dat zou Cúchulainn vast prettig vinden omdat de Engelsen daar geen invloed hebben. Onderweg vertelde hij ook dat hij bij het huis Tremere zat. Tremere was (en is) een zeer machtig huis binnen de Order of Hermes. Ook Cúchulainn zal lid worden van dit prachtige huis binnen deze machtige order. Door dit huis zou Cúchulainn een zeer machtig en invloedrijk persoon kunnen worden met veel aanzien. Dit sprak Cúchulainn erg aan.

Hij vertelde ook dat net zoals de vele kunsten (hier gaat het om een woordspeling met de vrije kunsten (artes liberales) er nog de kunst van het invloed uitoefenen op je omgeving bestaat. Of dat nou het denken, het lichaam, de dieren, de planten, de elementen of de kunst zelf is. Het is een gave. Maar veel mensen snappen die gave niet. Die denken dat het iets duisters is, terwijl het een kunst is. Dat noemen we “magie”.

Ze kwamen aan in een Convernant vlak bij de West Ierse kust.

Het convernant bestond uit een grote toren met wat gebied er om heen waar wat landerijen tussen lagen. Ondanks dat was het gebied tussen de toren en tussen de landerijen voornamelijk veel bos.

Hier bracht Cúchulainn het grootste deel van zijn studie door, op de momenten dat hij niet op reis was. Hij nam in deze tijd ook een derde naam aan: Octavianus. Dit kwam omdat drie namen beter bij hem passen. En zeker de naam van de eerste Romeinse keizer. Want uiteindelijk wilde hij ook die aanzien en macht bereiken. Eigenlijk kwam hem dat ook al een beetje toe.

Na 7 jaar vertrok hij en zijn Parent naar Engeland toe. Cúchulainn zag dat niet zitten, maar zijn parent vond het daardoor juist nog belangrijker. Ze reisden onder meer naar Londen en kwamen na een lange reis kwamen ze bij hun laatste bestemming van de reis aan: Oxford. Hier moest Cúchulainn een aantal maanden studeren en verblijven tussen de mundanes in een college. Een zware opgave. Cúchulainn kreeg ook een aantal keren ruzie met een Mundane omdat hij niet voldoende respect toonde voor hem. Helaas mocht hij zich niet onthullen. Wel had hij stiekem een paar spells toegepast, door bijv. het inktpotje van zo’n student om te laten waaien, zodat het precament onder de inkt zat. Maar het werd ondanks dit soort zaken niet betrapt op magie gebruik. Na een aantal maanden ging hij weer met zijn Parent terug naar het Convernant van zijn Parent in West Ierland. Na een paar jaar ervaarde hij een twilight expriernce tijdens het bestuderen van Vim. De studie van Vim verliep voorspoedig. Beter dan zijn Parent had verwacht. Cúchulainn raakte enorm verdiept en verdiept tot plots er iets gebeurde wat je een twilight ervaring zou kunnen noemen.

Toen Cúchulainn 26 was werd hij Magus. Zijn studie als leerling was klaar. Hij kreeg de opdracht om er op uit te trekken. Uitgerekend naar Engeland.

Helaas is het de regel bij Tremere dat hij zijn sigil niet kreeg. Hierdoor zal hij zijn parent in een certamin moeten verslaan.

Dit is dan ook één van zijn grote doelen: Zijn sigil.

Andere doelen zijn het vergroten van de macht van Tremere, zijn eigen macht vergroten, de macht van de order vergoten. En vooral door deze middelen een groot machtig rijk stichten waar magiërs het volk zullen leiden en het gezag hebben wat ze zou toekomen. En uiteraard zal hij de magiërs op hun beurt weer leiden.

Thursday, February 8, 2007

Commentarii de Magus - Cuchulainn

Commentarii de Magus

De visie van Cuchulainn op het zijn en vormgeven.


In het verleden heb ik aan de Universiteit van Oxford gestudeerd. Enkele Magi zullen het zonde van de tijd vinden, tijd die ik ook voor onderzoek van de Hermetische kunsten had kunnen gebruiken, in plaats van bijvoorbeeld de Vrije kunsten. Toch wil ik deze Magi er op attenderen dat hoewel de Hermetische kunsten een groot goed is, het niet wilt betekenen dat er niets buiten de kunst te leren is, wat voor een Magus van belang kan zijn.

In mijn studie ondervond ik dat Mundanes de neiging hebben alles in groepjes in te delen. Ordes. De ordes verschillen in de geschiedenis, maar in hun samenleving zien wij meestal drie ordes terug: De werkenden, vechtenden en biddenden. In de praktijk zijn het vaak de edelen, geestelijken en boeren. Elke orde heeft een doel, zoals u uiteraard weet. Ik wil onze orde, de Orde van Hermes uiteraard niet vergelijken met een Mundanese orde. Dat zou beledigend zijn. Maar uit het onderzoek valt wel iets te leren: het belang van een orde om haar plaats op aarde te kennen.
De orde is een orde van Magi. Ik hoef een Magus uiteraard niet uit te leggen wat het grote belang van de orde is en waarom onze orde en haar leden superieur zijn aan andere magi en hun schooltjes.

Toch wil ik u ook attenderen op de verantwoordelijkheid van deze aarde, het grote en heilige doel van de orde. Wij zijn de hoogste aardse orde. Zoals een heer verantwoordelijk is voor zijn leen (en alles wat op dat land leeft), zo hebben wij deze verantwoordelijkheid voor de gehele aarde. Zoals de heer zijn land en horigen en andere zaken die met het hof te maken hebben dient te beschermen, zou hebben wij deze verantwoordelijkheid voor de aarde, de Mundanes en al het ander. Zoals de horigen de heer dienen, dienen de Mundanes de magi te dienen. Van de boer op het land, tot de keizer van Byzantium. Zou een heer zijn eigen land bewerken?

Het zal u opgevallen zijn dat er een verschil is tussen de huidige werkelijkheid en hoe het zou moeten zijn. Magi verschuilen zich in hun convenanten, met dekmantels om zo maar aan de wereld geheim te houden dat ze Magi zijn. Zou een koning zijn kroon ook verstoppen voor het volk? Magi bedrijven hun kunsten in het geheim. Zou een edelman ook stiekem regeren of alleen bij nacht zijn zwaard ontbloten? En waar zijn wij tegenwoordig nog de hand van de Magi in het bestuur van de landen? Nee, waar we het zien is het hoogstens manipulatie. Dit is tijdverspilling. Een woord van een Magus zou al genoeg moeten zijn om landen te doen ontstaan of te verwoesten.

Wij hebben die macht. En ik val ook zeker geen Magus aan met geschrift. Immers, ik beweeg mij zelf ook minder vrij als wat zou moeten. Nee, wij zijn leden van de Orde. En wij moeten als orde onze rechtmatige plaats innemen. Wij hebben zowel het recht als de macht. Wat wij als orde alleen nog nodig hebben is de wilskracht.

Moge dit duidelijk zijn voor elke Magus, voor ieder Convenant, voor elk Huis, op elk Tribunal.

Voor de Orde van Hermes.


Ik groet u,

Cuchulainn,
Van het huis Tremere.

Friday, January 26, 2007

Uit het dagboek van Cuchuliann

Passage uit het dagboek van Cuchuliann

"Van mijn Parens moest ik wat rond hangen op dat eilandje in het Westen, waarvan de koning de illusie heeft te heersen of Ierland. Uiteraard deed ik dat, natuurlijk met enige tegenzin. Maar ik wist dat dit ook het land van Merlijn geweest is, dus dat deed mij goed. Ik bedacht mij hoe hij moedig streed tegen de latere bezetters en ik begreep dat wij naast onze Keltische achtergrond nog twee overeenkomsten hebben. Één is onze strijd tegen de invallers, de andere is onze ontzagwekkende gave. Één die superieur is en die respect verdient.

Toen ik bezig was mijn macht in praktijk te brengen, kwamen er een paar personen naar mij toe. Het bleken twee magi (Paco van het huis Criamon en Thuridingus van het huis Verditius) en een mundane te zijn. Ze waren op zoek naar een meisje en vertelden dat ze mijn hulp hard nodig hadden. Ik vertelde dat ik het druk had, maar toen begonnen ze mij te smeken en vertelden dat zonder mijn superieure macht de missie nooit te kunnen voltooien. Toen streek ik met mijn hand over mijn hart en besloot ze te helpen.

Na een wandeling kwamen wij bij de vesting van Sir Peter aan. Hoewel het een gewoon huis leek, was het in de praktijk een versterkte vesting waar Troje nog jaloers op zou zijn. Wij vroegen om een gesprek met Lord Peter, maar de wachter spuwde zijn leugens en vertelde dat het nu niet kon. Daarop besloot ik om dan maar binnen te dringen. Met een spel verwoeste ik de magische deur alsof de deur van perkament was. Daarop zagen wij dat er 250 zwaar bewapende wachters klaar stonden. Uiteraard waren wij niet bang en stormden op ze af. Toen ze ons pas goed zagen hadden ze door welke vergissing ze begaan hadden om het tegen ons op te nemen. Maar het was te laat. We vernietigden ze. Deze gebeurtenis heeft ons veel plezier gegeven. Zo’n moment van ontspanning is altijd prettig. We traden binnen en kwamen uiteindelijk in een zaal met een portal. We gingen er doorheen en zagen Lord Peter en een paar bollen. Lord Peter keek recht in mijn ogen en ik zag zijn angst. Maar toen opeens veranderde zijn rationele denken in diabolische misplaatste hoogmoed. En zoals de meer geletterde lezers zullen begrijpen, hoogmoed komt ten val. Hij en de dapperste minion die hem ter beschikking stond; een vogel, vielen ons aan. In het gevecht dat volgde leek het al een reeds gewonnen strijd. Doch dit zou een misleiding zijn. Ook al zou een ieder van ons de vogel en die ander eenvoudig weg aankunnen, zitten er toch een aantal misleidingen in deze situatie. Peter had een aantal machtige middelen ter beschikking die wij niet bezaten, waardoor hij toch een sterke vijand voor ons was. Zijn machtige wapens waren lafheid, huichelarij, het ontbreken van eer, hebzucht en bovenal, hij had zich ingelaten met de diabolische krachten. Het gevecht verliep. Peter mocht een paar keer van mij het plafond bekijken en wat giftige gassen inademen. Ook de andere twee droegen hun steentje bij aan het gevecht. Helaas werd de mundane in het gezelschap getroffen door het zwaard. Ik sloeg gelijk terug door ze weg de blazen, maar helaas, het was te laat voor hem. Één van de metgezellen werd door een laffe daad van vogel getroffen in zijn oog. Een bewijs dat lafheid soms zelfs schade aan de dapperen en eervollen kan toebrengen. Maar vogel kan dat niet meer navertellen, oja, Peter ook niet, want die zijn netjes opgeruimd. Zonder veel kleerscheuren, afgezien het tragische verlies van een dappere mundane en van de beschadiging van een oog – het resultaat van de huichelarij van de vijand – hadden wij dit gevechtje gewonnen. Daar was het meisje dan. Maar ook twee bollen, waarvan er in één een gruwelijke demon zat. En wat wilt het lot, de bol barste en de demon nam bezit van het meisje. O hemel beware ons en onze zielen. De diabolische krachten mag een magus niet onderschatten. Verslaan is één ding, maar o wee voor hun corrumperende karakter. Eva had de slang vast makkelijk kunnen vertrappen, maar toch viel ze. Niet door de krachten van de slang, maar door zijn listen. Hier moest ik zeker rekening mee houden. Maar de demon zag ons, hij (in bezit van het meisje) keek mij aan en nam de meest rationele beslissing die mogelijk was. Hij vluchtte.

Opeens werden wij naar een vreemde plek gebracht. Of beter gezegd, wij waren er, in onze gedachten. Daar waren mij met Victor: een groot Magus die ons herkende als waardig voor zijn Convenant. Hij maakte ons dus gelijk lid met de opdracht ons in te zetten voor het Convenant. Onze eerste taak was de demon te verslaan. Ook hij erkende het risico van dit diabolische wezen en koos daarom de sterkste van ons uit om met diens hulp de demon uit te schakelen. Vervolgens waren we weer terug in onze werkelijkheid.

Wij achtervolgden deze gevallen engel. Buiten gekomen, zagen we een woest landschap en een spoor van vernieling. Hier was hij kennelijk zijn rationele verstand verloren, want voor ons was het vrij eenvoudig het spoor van vernieling te volgen. Wij volgden het spoor en kwamen toen een groep ondode minions tegen. Het was zo inspiratieloos van hem dat ik besloot niet al mijn macht en vernietiging op hen te storten, maar besloot gewoon een simpele perdo Vim te gebruiken. De anderen hielpen me een handje in het gevecht. Toen zijn we na deze rustpauze weer verder op weg gegaan. Toen kwamen we op een gegeven moment een inwoner die in dit land een belangrijk persoon is: Thort. We gingen samen op weg. Immers, het bleek al snel dat de demon op zee vertrokken was, met een gestolen schip en via Thort hadden we de mogelijkheid om de demon met een schip achterna te gaan. Uiteindelijk kwamen we de demon tegen en begon het gevecht. De Mundanes zorgden voor een goede afleiding. Wij vochten ons door een heel leger van ondoden heen, tot we bij de demon aankwamen. Ik zei tegen Paco en Dingus: Dit is het gevecht waar Victor het over had, ik zal dit alleen op moeten lossen. De anderen begrepen het.

Ik stormde er op af. De lucht schreeuwde het uit, als ontzag voor haar meester, ik. De demon schrok, maar zette vervolgens de aanval in. Het was een groot gevecht, en geen van ons tweeën lukte het de overhand te hebben tot het gevecht. Toen herinnerde ik me de woorden van Victor. Ik moest in zijn buurt komen en recht in zijn ogen kijken. Dit deed ik dus. Maar ik moest hier een zwakke plek in mijn verdediging vrij geven. De demon sloeg toe en beschadigde mijn nek. Ik stortte gewond op de grond, maar met de demon was het afgelopen. Nu was het aan Victor. Dit gevecht gebeurd nu geestelijk, tot hoe lang? Weet ik niet. Waar? Uit veiligheidsoverwegingen houd ik dat maar even geheim.

We keerden terug. We waren gewond, maar we hebben gewonnen.
Thort bood zijn hulp aan ons aan. Tot zover…"

Wednesday, January 24, 2007

Het Onderzoeken van de Kunst

Kijk hier voor een text van magus Tregetour van Huize Bonisagus over zijn visie op het onderzoeken van de Kunst.

Ancient Magic


Ancient Magic

A Player's Sourcebook for Ars Magica 5th Edition

Legends tell of the mighty wizards of the past, sorcerers with powers that dwarf those of the magi of the Order of Hermes. Hyperboreans whose spells lasted a generation, necromancers of Canaan who could summon any of the dead, rune magic that brushed aside Magic Resistance like cobwebs; all these stories circulate in the Covenants of the Order. Other forms of magic are so ancient that even the legends have become rare. The Seekers are those magi of the Order who search for these secrets, aiming for the glory of being the one to bring the power to modern magi.

This book contains descriptions of nine forms of ancient magic, and rules for integrating their secrets into Hermetic theory. From the frozen north to the westernmost edge of the world, from humankind's earliest homes to grand temples of the classical world, the quest can lead your characters anywhere in Mythic Europe, and even beyond. How far will they go for knowledge?

Klik hier voor een sneak preview.

Parma Bibliotheca

Heden, 24 januari in het jaar des Heren 2007 , is deze bibliotheek toegankelijk voor allen die verbonden zijn aan het convenant Vindolanda.
Uw toevoegingen zijn van harte welkom.